Hypotheekrenteaftrek
Wanneer u een hypotheek heeft afgesloten betaalt u vaak rente over uw hypotheek. Die rente kunt u echter vaak aftrekken van uw bruto inkomen. Hierdoor wordt uw belastbaar inkomen minder, waardoor u mogelijk een teruggave krijgt op uw inkomstenbelasting.
Overheid
De overheid heeft sinds 2014 de regels rondom de hypotheekrenteaftrek gewijzigd. Dit hebben zij gedaan zodat minder mensen door hun hypotheek in financiële problemen raken. Zo gaat voor de hoogste inkomens de maximale aftrektarief in de 4e schijf van 52% jaarlijks met 0.5% omlaag. Uiteindelijk moet dit uitkomen op 38%. Wel is de vrijstelling van de schenkbelasting voor een eigen woning tot 1 januari 2015 verhoogde naar 100.000 euro. Iedereen mag van een familielid of een derde een schenking ontvangen. Eerder was dit alleen nog van ouder op kind. Het bedrag is in zijn geheel belastingvrij. De voorwaarde is wel dat de ontvanger van het bedrag het geld moet gebruiken voor de aankoop, aflossing van hypotheek, of verbouw van eigenhuis.
Om in aanmerking te komen voor hypotheekrenteaftrek moet u sinds 1 januari 2013 uw hypotheek in de looptijd volledig of annuïtair hebben afgelost. Simpel gezegd, u dient elke maand een bedrag te betalen dat bestaat uit aflossing en rente. De regel geldt alleen voor nieuwe hypotheken en niet voor bestaande, aflossingsvrije hypotheken.
De hypotheken waarvoor u, sinds 2013, GEEN hypotheekrenteaftrek krijgt zijn de: aflossingsvrije hypotheek, krediethypotheek, beleggingshypotheek, traditionele levenhypotheek, spaarhypotheek en spaarbelegginshypotheek.
Restschuld
Om de huiseigenaren, die bij de verkoop van hun woning een restschuld overhouden, tegemoet te komen, is het kabinet met een tijdelijke regeling gekomen. De huiseigenaren die hun woning met verlies verkopen kunnen sinds 2013 de rente en kosten voor een restschuldlening maximaal 10 jaar van de belasting aftrekken. Deze regeling geldt tevens ook voor huiseigenaren die na de verkoop van hun woning gaan huren.
Geschiedenis hypotheekrenteaftrek
In 1982 werd de door Nicolaas Pierson voorgestelde wet Vermogensbelasting ingevoerd. In deze wet stond dat de eigen woning net als al het ander vermogen een bron van inkomsten is. Huiseigenaren haalde voordeel uit het feit dat men in eigen woning kon wonen en zo fictieve huur verdiende. Uiteraard werden er kosten gemaakt, zoals de hypotheekrente, om de inkomsten binnen te krijgen en zo mocht dit van het belastbaar inkomen worden afgetrokken. Ook wel bekend als de hypotheekrenteaftrek. Na de Tweede Wereldoorlog vond men dat de overheid de burgers moest ondersteunen bij het kopen van een woning. Er werden toen een aantal beleidsinstrumenten ontwikkeld. Pas vanaf 1990 werd het een algemeen gedachtegoed dat de hypotheekrenteaftrek was ingevoerd om het eigenwoningbezit te stimuleren.
Voor- en tegenstanders van de hypotheekrenteaftrek
Niet iedereen is altijd voor de hypotheekrenteaftrek geweest. De tegenstanders van de hypotheekrenteaftrek vinden namelijk dat het de overheid teveel geld kost. Ook vinden de tegenstanders dat men door de aftrek gestimuleerd wordt om zo hoog mogelijke schulden over de looptijd van te hypotheek te houden. Tevens vinden de tegenstanders dat de hypotheekrenteaftrek de huizenprijzen in de markt laat stijgen.
Voorstanders daarentegen vinden dat de belastingdruk in Nederland al vrij hoog is. Door de hypotheekrenteaftrek wordt die druk enigszins beperkt. Ook zorgt de hypotheekrenteaftrek voor meer koopkracht wat weer leidt tot vergrote werkgelegenheid. Daarnaast zorgt de hypotheekrenteaftrek ervoor dat mensen hogere hypotheken kunnen nemen.